Het kabinet wil de koopkracht van ouderen en uitkeringsgerechtigden voor volgend jaar repareren. Dat heeft minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën vrijdag gezegd.
“We willen dat ook de ouderen en de mensen die van een uitkering afhankelijk zijn boven de nul uitkomen en niet achterblijven bij de rest van Nederland”, aldus Dijsselbloem. Hij tekent daarbij aan dat wordt gekeken naar groepen, maar dat de effecten voor individuele mensen soms kunnen verschillen.
Premier Mark Rutte is iets voorzichtiger. “We willen voorkomen dat de koopkracht voor gepensioneerden en mensen met een uitkering verslechtert. Maar dat is het streven en we moeten later kijken of het is gelukt”, aldus Rutte.
Hij wijst erop dat het economisch herstel nog steeds breekbaar is en dat de groeicijfers door de Brexit naar beneden worden bijgesteld. Maar: “Als je de stevige minnen die nu dreigen voor gepensioneerden deels wegwerkt, kom je al snel op een klein plusje.”
Flinke som geld
Volgens ramingen van het CPB verbetert de koopkracht van werkenden volgend jaar naar verwachting met 1,1 procent. Maar uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden gaan er waarschijnlijk op achteruit, met respectievelijk 0,1 en 0,7 procent.
Met de reparatie is volgens Dijsselbloem fors meer geld gemoeid dan vorig jaar. Toen was ongeveer 900 miljoen euro nodig om de koopkracht van ouderen en uitkeringsgerechtigden op peil te houden. De uiteindelijke plannen worden bekend op Prinsjesdag.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl